Ga naar inhoud

'Woordenlijst'


Aanbevolen berichten

Aspiratie: Het verwijderen van vocht uit het lichaam door middel van suctie.

Bindweefsel: Bindweefsel dat grotendeels uit vezels bestaat.

Biocompatibel: Biologisch compatibel in de zin dat geen toxische, schadelijke of immunologische reactie in het levende weefsel teweeg wordt gebracht.

Bloeding: Abnormaal intern of extern bloedverlies.

Borstamputatie: De verwijdering van borstweefsel ten gevolge van de aanwezigheid van kwaadaardige of precarcinomateuze uitwassen.

Borstexpander/-implantaat: Een borstimplantaat dat tevens dienst als weefselexpander voor het oprekken van huid en vervolgens op zijn plaats blijft als borstimplantaat.

Borstimplantaat: Een zacht omhulsel bestaande uit silicone met een bepaalde vulling die in het lichaam kan worden geplaatst als imitatieborstweefsel.

Borstlift: Borstlift ter versteviging van de borst door het verwijderen van een deel van het weefsel en de huid die door de zwaartekracht en de gevolgen van het ouder worden zijn gaan uitzakken.

Borstreconstructie: Chirurgische procedure waarbij een geamputeerde borst opnieuw wordt gereconstrueerd.

Borstvergroting: Chirurgische procedure waarbij de borst wordt vergroot door implantatie van een prothese.

Chirurgie met opname: Chirurgische procedure waarbij de patiënt een nacht in het ziekenhuis moet doorbrengen.

Eenvoudige borstamputatie: Verwijdering van alleen de borst.

Flap: Stuk weefsel dat gedeeltelijk uit spieren, vet en huid kan bestaan, en dat, inclusief bloedvaten, wordt getransplanteerd van het ene deel van het lichaam naar het andere.

Flapreconstructie: Reconstructie van een geamputeerde borst, waarbij een stuk lichaamsweefsel wordt gebruikt om de borst te reconstrueren.

Gemodificeerde radicale borstamputatie: Chirurgische verwijdering van de borst, lichaamsvet en een groot deel van de lymfeklieren in de oksel, waarbij de spieren in de borstkas grotendeels intact worden gelaten.

Gevoelszenuwen: De zenuwen die afferente impulsen van gevoelsreceptoren naar de hersenen of de ruggenmerg geleiden.

Grote borstspier: Spier aan de bovenkant van de borst die ondersteuning biedt aan de borsten en een belangrijke rol vervult bij armbewegingen.

Implantaat waarvan het volume na de operatie kan worden aangepast: Implantaat waarvan het volume na de operatie binnen bepaalde grenzen kan worden bijgesteld.

Kapselverschrompeling: Samentrekking van het littekenweefsel rond een implantaat.

Klierachtig: Betrekking hebbend op een klier.

Lymfeklieren: Structuren in het lymfatisch stelsel die functioneren als filters en daarbij bacteriën en kankercellen opvangen, en een rol spelen binnen het immuunsysteem van het lichaam.

Melkgangen: Buisjes voor de afgifte van melk.

Omhulsel: Het buitenste omhulsel van een implantaat waarin de vulling is opgesloten.

Ondoorzichtig: Niet transparant; ondoordringbaar voor zichtbare lichtstralen en röntgenstralen.

Onmiddellijke reconstructie: Borstreconstructie die plaatsvindt tijdens dezelfde chirurgische procedure als de borstamputatie.

Poliklinische chirurgie: Chirurgische procedure waarbij de patiënt dezelfde dag naar huis mag.

Prothese: Kunstmatig lichaamsdeel.

Ptose: Verzakking. Borstverzakking, dikwijls een natuurlijk gevolg van het ouder worden en van de zwaartekracht, of van veranderingen die optreden als gevolg van een zwangerschap of gewichtsverlies.

Radicale borstamputatie: Verwijdering van de borst, onderliggende spieren en lymfeklieren in de onderarm.

Reconstructie met behulp van een flap uit de onderbuik: Borstreconstructie waarbij weefsel en spieren uit de onderbuik van de patiënt worden getransplanteerd om de borst te reconstrueren.

Reconstructie met een bilflap: Borstreconstructie waarbij weefsel uit de billen naar de borst wordt getransplanteerd om de borst te reconstrueren.

Reconstructie met flap van de Latissimus Dorsi (grote rugspier): Borstreconstructie waarbij weefsel uit de grote rugspier van de patiënt wordt getransplanteerd om de borst te reconstrueren.

Sepsis: De aanwezigheid van diverse micro-organismen, hun giftige producten of de toxine die ze achterlaten in het bloed of weefsel.

Silicone: Een materiaal dat veel wordt gebruikt bij de productie van medische implantaten, in hoofdzaak samengesteld uit silicium, koolstof, waterstof en zuurstof.

Siliconengel: Silicone in een halfvaste vorm, gebruikt als vulling voor borstimplantaten, qua cohesiviteit vergelijkbaar met een natuurlijke borst.

Trombose: De vorming of ontwikkeling van bloedproppen.

Uitgestelde reconstructie: Borstreconstructie die enkele weken, maanden of jaren na de borstamputatie plaatsvindt.

Verwijdering van borstgezwel: Chirurgische verwijdering van een kwaadaardige tumor, samen met een kleine rand van het omringende weefsel.

Weefselexpander: Implantaat waarvan het volume na de operatie kan worden aangepast, door het met zoutwater te vullen, om het weefsel op de plaats van de borstamputatie op te rekken.

Zoutoplossing: Een oplossing die bestaat uit water en een klein beetje zout. Ongeveer 71% van het lichaamsgewicht van een volwassene bestaat uit deze zoutwateroplossing.

Link naar reactie
Delen op andere sites



×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookiesop uw apparaat geplaatst om deze website te verbeteren. Je kunt je cookie instellingen aanpassen, anders nemen we aan dat je het goed vindt dat we verder gaan.